Flynn’s
GentFlynn’s loop je niet zomaar voorbij. Trosjes keuvelende mensen bezetten permanent de stoep, sommigen zelfs met een broodzak onder de arm, met daarin een huisgebakken brood voor de volgende ochtend. Eenmaal binnen neem ik de kletterende akoestiek, de bonte verzameling stoelen en de kantineachtige keuken in me op. Een vormentaal die weinig aan de verbeelding overlaat: hier focus je maar beter op het bord. Zo kies je per ‘gang’ uit maximaal drie opties met prijzen van 11 tot 24 euro.
De filosofie waarmee autodidact Arion Flynn bij zijn vorige pop-ups furore maakte – groenten van een lokale zelfplukboerderij en natuurlijke dranken – verhuisde hij mee naar deze vaste locatie in Ledeberg. Het winterseizoen is echter geen hoogvlieger op het veld. Te midden van die schaarste trekt Arion zich uit de slag met pastinaak, boerenkool en snijbiet.
Starten doe ik met zijn ceviche (15 euro) waarbij hij rauwe pladijs – opgefrist door selder, appel, gepofte pitjes en een jus van spinazie – combineert met aardappel: een sterkhouder in de Ierse keuken, waar de roots van Arions familie liggen. Ik proef ook even van de intens smakende wilde eend (15) tegenover mij die, in combinatie met de niet-aangemaakte radicchio, helaas stug en bitter is.
Nog voor ik een sliert verse tagliatelle op mijn vork kan draaien zie ik een sausplas in mijn bord. Wat een pittige puttanesca (19) belooft te zijn, is eigenlijk een pasta bouillabaisse, afgewerkt met stukjes lotte.
De varkensspiering met spliterwt (24) aan de overkant is dan weer onmogelijk verkeerd te interpreteren, mede dankzij de explosieve muntsaus. Die smaakbom doet ons nog een notentaart (5,5) delen waar we achteraf geen spijt over voelen.
Verfrissend hoe dit volkse restaurant doet wat het belooft en daar niet eens de luxe van truffel, kaviaar of langoustine voor nodig heeft.
Door Femke Vandevelde